zaterdag 13 december 2008

Citoficaat



Decennialang is onze overheid bezig om de lappendeken die onderwijs heet, bij elkaar te houden. Deregulering, autonomievergroting, met als gevolg lumpsum. Veranderende medezeggenschap, passend onderwijs en 1 zorgroute, afstemming en andere verantwoording. Niet de inspectie, maar de (overige) stakeholders dienen geïnformeerd te worden over het reilen en zeilen en de kwaliteit.

Daarvoor is samenwerking nodig, ofwel een investering in het leren van kinderen, professioneel onderwijzen, slimme verantwoording, relaties en netwerken (D.Hopkins/Hagens, 2007/2008).
En hoe nu samenwerking, systeemdenken, die relaties en netwerken een impuls te geven?
Lang is daar over nagedacht, miljoenen zijn er aan besteed, de ene goeroe (Fullan) volgt de andere op (vul zelf maar in) en niemand heeft dé sleutel tot het samenwerkingssucces weten te vinden.

Tot die ene zonnige vrijdagochtend in december. Een beleidsambtenaar van de staatssecretaris zit in de trein naar zijn werk en wordt gebeld door zijn 12-jarige zoon.
Hij heeft de resultaten van de oefentoetsen teruggekregen en blijkt een tegenvallende score te hebben behaald. De ambtenaar baalt hier vreselijk, hij had een glorieuze carrière voor zijn zoon in gedachten, welke afdwalen naar het vervolg. Hoe nu verder?

Ineens heeft hij de oplossing.
“Weet je wát we moeten doen!”, roept hij als hij de kantoortuin van het ministerie binnenstapt. “De Cito-eindtoets moet niet meer in februari, maar in juni van ieder schooljaar gedaan worden!”. Het idee belandt op het bureau van de staatssecretaris en deze springt juichend op. “Eureka!!”, scandeert ze door de gangen van het gebouw.
De ambtenaar wordt ontboden en kijkt verdwaasd naar het enthousiasme van de staatssecretaris, niet begrijpende welke gevolgen zijn briljante ingeving hebben zal.

Door een einde te maken aan de ‘citoficering’ van ons primair en voortgezet onderwijs worden scholen gedwongen echt na te gaan denken over de brug die tussen PO en VO geslagen moet worden. Niet meer de resultaten van de eindtoets, maar de werkelijke, al dan niet objectieve, opbrengsten gaan tellen. Scholen zullen met elkaar in gesprek gaan en afspreken hoe de doorgaande lijn van PO naar VO op maat gemaakt zal worden voor ieder kind. Scholen zullen ouders meer en meer betrekken in ontwikkelingsprognoses en voortgang. Ook zij zullen een stem krijgen in het vraaggestuurde onderwijsaanbod (?) en kunnen de kwaliteit beter in de gaten houden en hun kind er beter in kunnen begeleiden.

Kortom, de oplossing voor al onze onderwijsproblemen is gevonden! De eindtoets zal alleen nog maar gaan bevestigen wat we allang wisten, toetsen is meten en meteen weer vergeten.
Zou het echt zó eenvoudig zijn?

Geen opmerkingen: