zondag 7 september 2008

Praten


Advies: laat ouders meer met andere ouders praten
Ouders moeten meer met andere ouders praten. De overheid moet initiatieven waardoor ouders met elkaar in contact komen stimuleren. Dat stelt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) in een advies dat volgende week wordt aangeboden aan minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet (ChristenUnie).*




De bedoeling is dat ouders meer met elkaar gaan praten. Door meer te praten kunnen ze elkaar helpen in de opvoeding van hun kinderen. Dat is beter voor onze maatschappij.
Beter voor onze veiligheid, beter voor onze economie. Kinderen zijn immers de volwassenen van de toekomst. De managers, arbeiders, dieven en klaplopers. Maar ja, welke vader of moeder gaat tegen een andere ouder zeggen dat ‘ie zijn kind voor galg en rad ziet opgroeien?
Vorig jaar augustus, misschien kun je je het nog herinneren, is er een onderzoek geweest van maandblad J/M waaruit bleek dat ouders zichzelf wel goeie opvoeders vinden. Driekwart van de ouders is tevreden over de kwaliteit van het onderwijs dat hun kroost krijgt, hoewel ze zich wel zorgen maken over de effecten van het toenemend aantal zorgleerlingen in de school. Vier van de vijf ouders is van mening dat de samenleving aan het verloederen is. Ze maken zich zorgen over de onveiligheid op straat, moslimproblematiek en milieuvervuiling.
Tweederde van de ouders pleit dan ook voor een straffere hand van opvoeden, ze vinden kinderen brutaal, asociaal, stiekem en ongehoorzaam. Althans, kinderen van een ander, zelf zijn zij van mening dat zij het prima doen.
Fijne basis voor een goed gesprek, lijkt mij.

Ouders moeten meer met elkaar in gesprek, dat ondersteun ik wel. Op peuterspeelzaal, opvang en op school. Misschien moeten we net als vroeger van die clubjes als de KVO oprichten, samenkomsten organiseren met als gemeenschappelijk doel “leren van en met elkaar”.
En dan niet alleen ouders, maar ook álle bij de opvoeding en ontwikkeling betrokken professionals, via horizontale- en dwarsverbanden kennis en expertise uitwisselen, één grote kenniskring creëren.

Maar ja, als ik dan, zoals afgelopen week, in discussie moet met een aantal leerkrachten of we nu wel of niet gymtasjes moeten aanschaffen, het aantal te maken kleurkopieën bepalen, of nu wel of geen Engels karton ten behoeve van een verjaardagskalender gebruiken, is die kenniskring bij mij nog een punthoofd.


* Bron: Depers.nl

Geen opmerkingen: