donderdag 12 februari 2009

Passie

“We doen het voor de kinderen!”, is een veelgehoorde uitspraak in ons vak.
Vaak hoor je dit zeggen door een vertwijfelde leerkracht, meestentijds een part-timer die met 20 uur in de week het gevoel heeft voor 40 uur te werken.
De uitspraak moet blijk geven van betrokkenheid en passie en dientengevolge aangeven dat er met hart voor de zaak gemakkelijk te veel uren gemaakt worden.

En dat is tevens ook het alibi. Een alibi om geen keuzes te hoeven maken. Niet na te denken waarom we dit vak ook alweer doen, en waarom we dat op deze school of in dit gebouw doen en met deze mensen.

Niet na te hoeven denken of de dingen die we dan doen, ook de goede dingen zijn om te doen en vooral waarom we juist deze dingen bedacht hadden om te gaan doen. Met de kinderen.
En dan is het erg gemakkelijk om al die dingen die er dan ‘moeten’ gebeuren aan te wijzen als complicerende factor, werkdrukverhogend, stressbevorderend. De ouders, de inspectie, het bestuur, het moeilijke kind, die lastige groep, het vervelende jaar, noem ze maar op.

Want als we doen wat we doen allemaal voor de kinderen is, dan kan ik écht voor nog eens 1010 uur per jaar aan werk bedenken dat we dan óók voor de kinderen zouden moeten doen.

Maar dat zal niet de bedoeling zijn.