zaterdag 29 maart 2008

Fusie is ruzie?


Onze stichting gaat hoogstwaarschijnlijk fuseren met een andere onderwijsstichting. Tezamen komen we dan uit op een organisatie met zo’n 6000 leerlingen, iets meer dan 650 man personeel, verdeeld over 20 scholen.
Groot? Ik ken ze groter, zeker in onze provincie.
Ter voorbereiding op het aanstaande huwelijk zijn er de klassieke stuur- en projectgroep ingericht, waarvan ik bij de laatstgenoemde onderdeel van mag uitmaken.
Schaalvergroting in ons vak is al langer aan de gang, de redenen waarom worden steeds onduidelijker. Efficiency, inkoopvoordeel, meer “armslag”, omdat ons personeelsbestand ontgroent en vergrijst. Het zal allemaal wel, maar een zeker bestuurdersegocentrisme is toch niet helemaal vreemd. Uiteindelijk gaat het om de inhoud, maar óók om de poppetjes. Zou toch raar zijn. In de complete commerciële sector gaat het om namen van namen, wordt de vraag gesteld of de overname van merk A, door merk B, ook marketingtechnisch wel lekker ligt, toch? Dus waarom zou dat bij ons niet anders zijn.

Zittende in die projectgroep zit je wel lekker dicht bij het vuur. En zo kun je je een prima beeld vormen van wat de twee stichtingen elkaar hebben toe te voegen.
Al snel werd mij duidelijk dat het hier om échte meerwaarde kan gaan. Meerwaarde op inhoud en, jazeker, de mensen die erin werken.
Cultuur versus structuur, hiërarchie contra nivellering. Inhoud en vorm. Nadenkende over kernwaarden en competenties zou het samengaan van onze twee stichtingen een keisterke organisatie opleveren. Sterk in ontwikkeling, sterk in visie op onderwijs en dit uit kunnen dragen naar de regio. Wauw. De voorwaarden zijn er, de gesprekken verlopen vlot en warempel, álle directies van alle 20 scholen zitten écht waar, op één lijn.
Hoe ze dat voor elkaar krijgen, wonderbaarlijk.

Het is namelijk nog geen jaar geleden dat wij met diezelfde directies in een debat geraakt waren over de mogelijkheden van intensievere samenwerking. De directeuren van stichting 1 waren niet zo overtuigd dat de bestuurders van stichting 2 met zuivere bedoelingen bezig waren. Directeuren van stichting 2 zaten met verwondering te kijken naar de zeer omslachtige handelwijze van de bestuurders van stichting 1. Enzovoorts.
Dat lijkt nu allemaal weg. Opgelost, verdampt.
Het is nu de beurt aan medezeggenschapsraden, leerkrachten en ouders, die menen er ook iets van te moeten zeggen. Tja, zó plat is onze branche dan weer wél, maar ook die raken overtuigd.

En hoe ze het doen? Ik weet het niet. In tijden waarin het motto “fusie is ruzie” hoogtij viert, lijken wij er in te slagen er een dubbelslag in te slaan. En dan hebben we straks een stevige organisatie die álle komende ontwikkelingen aankan. Passend Onderwijs, Digitale leeromgevingen, groei van het leerlingaantal in een ontgroenende regio, we zijn er hartstikke klaar voor.
Nee, zo slecht gaat al met al nog niet.
Hoop ik.

zaterdag 8 maart 2008

Gebakken Lucht (2)



Wat is de overeenkomst tussen Geert Wilders en Johan Cruijff?
Ze hebben allebei een grote mond en trekken heel veel (media-)aandacht met….. Ja, met wát eigenlijk? Geert heeft een spraakmakende film gemaakt, zegt ‘íe en Johan heeft een radicaal herstelplan geschreven voor het noodlijdende Ajax. Zegt ‘íe. Niemand heeft beide hersenspinsels nog gezien en iedereen vindt er al wat van. De premier probeert al schade te herstellen voordat die aangebracht is en Johan geeft zijn opdracht terug lang voordat van Basten gestart is als nieuwe trainer.
Het lijkt het begin van een slechte mop.

De status van de actie wordt bepaald door de reactie van de omgeving. In de Koude Oorlog ging het net zo. We dachten dat de Sovjets wapens hadden, waarmee een dreiging veroorzaakt werd, omdat die dingen dingen zouden kunnen die onze dingen niet zouden kunnen. Dachten we. Kortom, het speelt zich af in onze hoofden en we vergeten te kijken naar wat er nu feitelijk gebeurt. We laten ons sturen door beelden van beelden en de suggestie is al voldoende.

Kinderen presteren slechter als wij het beeld hebben dat zij een slechte leerling zouden zijn, of we ze om een of andere reden niet zo mogen. Zeg tegen een leerkracht dat een hoogbegaafd kind een IQ van 100 heeft en diens houding zal drastisch wijzigen. “Dit is een drukke groep!”, of “Jantje is vandaag wel heel erg lastig”, zegt niets over de groep of Jantje, maar over diegene die het zegt. Op het moment dat het leesproces wat langzamer op gang komt, een leerling wat onrustiger is dan andere kinderen in diezelfde groep, worden al dyslexie onderzoeken opgestart en naar de huisarts verwezen voor wat Ritalin.
Als we menen iets te zien, dan is het ook zo. De realiteit is maakbaar.

Ik ken een school die al jaren achtereen de hoogste Cito eindscores binnen de regio behaalt. Uitgebreid staan de uitslagen in de schoolgidsen en verslagen. De school is een goede school, meent men dan. Het gevolg is dat leerkrachten zich een enorme status (nl. die van “de beste”) aan gaan meten en denken dat dit succes oneindig zal zijn.
Als nader onderzoek gedaan wordt, blijkt dat systematisch jaar in, jaar uit, steeds enkele kinderen (zo’n 10 %) uitgesloten werden van diezelfde eindtoets. Hun niveau bleek te laag en onder het alibi dat zij deze eindtoetsnormering niet zouden halen, werd er op ouders ingepraat om hen ervan te overtuigen dat deelname de stress en frustratie verhogen zou. Niet goed voor hun kind dus.
Zo werden feitelijke aantallen gemanipuleerd, misschien wel omdat zo fel begeerde hoge gemiddelde te behalen.
En ach, als ze tijdens de afname van de Eindtoets dan tóch maar iets langer door mogen werken dan de feitelijke eindtijd stelt, wie maalt daar dan om. Misschien halen ze dan één, of twee puntjes meer.
Alles voor de schone schijn, toch?

zaterdag 1 maart 2008

Gebakken Lucht

Ik heb eens gewerkt in een bedrijfje dat “kostenreducties” realiseerde voor andere bedrijven. De stelregel was dat iedere gulden (toen nog) die je kon besparen op je inkoop, er voor tien gulden méér verkocht moest worden om hetzelfde resultaat te behalen. Een rekensom die vrij eenvoudig lijkt en lekker bekt.
Wat we deden was simpel. We stelden aan de hand van inkoopfacturen van een bepaald onderdeel in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld kantoorbenodigdheden, een offerte op en met dezelfde specificaties gingen we bij diverse leveranciers langs. Diegene met de laagste aanbieding werd de nieuwe leverancier.
Hierbij werd wel eens geschoven met aantallen en kwaliteit van de producten, maar dat mocht de commerciële pret niet drukken.
Waar we sterk in waren was niet zozeer het “product kostenreducties” ontwikkelen en uitvoeren, maar het verkopen van het idee. Het gevoel dat onze klanten kregen als wij het verhaal deden, de rekensommen maakten met de te verwachten besparingen die gewoon netto in de zak gestoken konden worden. Want kosten besparen wil iedereen wel, het is namelijk dírect beïnvloedbaar en jouw eigen gedrag is daarin bepalend. Dus iedere cent die je daarin besparen kan, is van jou.
Mooier kan het toch niet?

Als we dan eenmaal met zo’n project bezig waren, wisten wij al snel dat de marges van de leveranciers bijna te verwaarlozen waren. Al die markten en prijzen zitten gewoon heel dicht bij elkaar en de gemiddelde MKB’er let dan niet op de prijs, maar veel eerder op geografische afstand, kwaliteit én boven alles de relatie met de leverancier. Van échte drastische kostenreducties was vaak geen sprake, maar ging het om het realiseren van de gedachte en overtuiging dat onze klant bij de beste én de goedkoopste leverancier(s) aangesloten was. Eigenlijk verkochten we Tevredenheid.

In onze schoolorganisaties doen we hetzelfde, toch? Ook wij verkopen Tevredenheid. Tevredenheid bij de kinderen, de ouders, bij de mensen die erin werken, de instanties die ons controleren. En ook bij ons gaat het niet altijd om de inhoud, maar om de vorm. Want hoe meten we die inhoud dan? Hoe weten we eigenlijk wat kwaliteit is, of hoe Tevredenheid geïnterpreteerd moet worden?
Hans Sibbel, hij is cabaretier én afgestudeerd econoom, zei ooit eens “economie is emotie”, de markt van vraag en aanbod. Een prijs is niet objectief meetbaar, maar een gevoelswaarde. Schaarste is maar wat je er van maakt.
Onderwijs is ook emotie, we handelen in gevoel, spelen het uit, zetten het in, manipuleren het om onze doelen te behalen. Het spel van de politiek dobbelt naar binnen, posities worden ingenomen door vriendjes van vriendjes van vriendjes, waarbij het steeds meer de vraag wordt in hoeverre iemand ook werkelijk de competenties, vaardigheden en ambitie bezit.
Soms vind ik dat wel jammer. Jammer dat de inhoud wat uit het oog verloren wordt en de vorm de aandacht krijgt die het niet verdient.
Er wordt steeds meer lucht gebakken.