vrijdag 8 februari 2008

Hekmoeder

Lange tijd was ik van mening dat een schoolorganisatie “oudervrij” gedraaid moest kunnen worden. Wij zijn professionals en in staat om het onderwijs en alles wat daar bij hoort binnen onze autonomie te kunnen verzorgen.
Mijn zwager werkt bij een fabrikant van vrachtwagens en daar vragen ze ook niet of ik af en toe een weekendje kom helpen, toch?
Bovendien is het goedkoop, iedere keer als je een uitstapje wilt of kinderen leeskilometers moeten maken, dan roep je gewoon de hulp van ouders in. Zo zijn er knutselmoeders, verkeersbrigadiers, leeshulpvaders, schoffelopa’s (voor in de tuin), klassenouders, de sinterklaas- en kerstcommissies en noem ze maar op. Ouderhulp en ondersteuning is er volop en loopt als een rode draad door de school heen. Op de ene school wat meer dan op de andere, maar overal is er wel iets of iemand die aan deze vorm van ondersteuning doet. Gratis of voor de jaarlijkse boekenbon.

Het heeft voordelen en, uiteraard, nadelen. Het voordeel is dat je je activiteiten aantrekkelijker maken kunt, de lijntjes van en naar de oudergroep kort kunt houden, kortom, ouders zijn en voelen zich direct betrokken. Het nadeel is dat je als school een beetje dóór kunt slaan. Het ene uitstapje na het andere gaat organiseren, je een goede afweging moet maken bij wélke activiteiten je ondersteuning wenselijk vindt en je loopt de kans de professionele- en familiecultuur te verwarren.
Bovendien is het gevaar dat áls je sterk leunt op deze ondersteuning, je rekening moet houden dat deze zo maar weg kan vallen. Ouders hebben steeds minder tijd (en zin?) om een steentje bij te dragen en kunnen impliciet de verwachting hebben dat de school dezelfde dingen met minder mensen blijft doen.

Wat ál die vormen van ouderhulp gemeenschappelijk hebben is de vermeende laagdrempeligheid, de toegang tot het onderwijsbolwerk. En dáár kan het mis gaan. Dan wordt de rol van knutselmoeder wel eens verward met die van bestuurder of management. De zogenaamde “hekmoeder”.
Een “hekmoeder” is een ouder van een leerling die af en toe wel eens een klusje in de school verricht en dus van alles meemaakt in de dagelijkse gang van zaken. Vaak is zij (soms ook een hij) niet zonder reden deze klussen gaan doen, er kan een bepaalde mate van onvrede achter zitten dat haar heeft doen besluiten zich in de materie in te werken en er zo eens achter te komen wat er allemaal niet deugt aan de school en het onderwijs dat gegeven wordt.
En vanuit die gedachtegang en de ervaring die zij vervolgens opdoet, zal zij haar mening verkondigen. Niet op de plekken waar het eigenlijk hoort (leerkracht, directie), maar buiten bij het hek, tegen andere, eveneens ontevreden, ouders.

Onze overheid is overtuigd dat ouders als doel- en referentiegroep een stem moeten hebben in de ontwikkeling van het onderwijs. Ouderraden, ouderverenigingen en de nieuwe wetgeving op de medezeggenschap (WMS), geven enorm veel nieuwe kansen en mogelijkheden om ouderbetrokkenheid een plek te geven.
Af en toe is daar nog iets dubbels in. Aan de ene kant willen scholen graag gebruik blijven maken van de ondersteuning door ouders, aan de andere kant zie je ze nog geen werk maken van de nieuwe mogelijkheden die een WMS bijvoorbeeld biedt. Mogen ouders wél komen knutselen en voorlezen, maar volstaat het als er maar één rapportgesprek per jaar plaats blijft vinden. We kunnen de hulp van de hekmoeder goed gebruiken, maar luisteren naar haar mening doen we niet zo graag. Het is onomkeerbaar. In de projecten over publieke verantwoording als gevolg van onze toenemende beleidsvrijheden, komt het expliciet naar voren. Ouderbetrokkenheid betekent méér dan hulp bij de jaarlijkse excursie of het schoolkamp. En die verantwoording hoeft écht niet zo ingewikkeld te zijn. Doe eens gek en loop eens naar dat hek.