vrijdag 25 januari 2008

OORdeel


Gemoedelijk kwam hij naast mij staan, we keuvelden wat over sport en vrije tijdsbesteding, waarna hij mij uitnodigde om het kantoor binnen te stappen en of ik een kopje koffie wilde. Terwijl ik mijn jas uittrok liep hij naar de tafel, pakte een kopje en schonk de koffie erin, legde de suiker erbij en ging zitten.
Nadat ik mijn jas opgehangen had, plantte ik mijn tas tegen de muur en ging tegenover hem zitten. Op tafel stonden de koffiekan, onze kopjes en de suikerpot. Verder niets.
Van achter zijn stoel pakte hij een stapeltje A4-tjes, waar op de voorkant een geel stickervelletje zat. Daar stond mijn naam op.

“Zo, daar zitten we dan”, opende hij het gesprek. “Laten we eens samen naar je beoordeling kijken”.

Van de week kreeg ik dan mijn eerste, officiële beoordeling in het onderwijs. Uniek moment. Ik ben, zolang als ik in het onderwijs zit, nog nooit beoordeeld. Ik heb natuurlijk wel mijn coachings-, begeleidings-, voortgangs- en functioneringsggesprekken mogen hebben, maar nog nooit een beoordeling. Een verhaal van mijn baas naar mij toe, hoe zij (ze zijn met zijn tweeën) aankijken tegen mijn functioneren en vooral wat zíj ervan vinden. Goed of slecht dus. Aan de hand van de functie die ik bekleed, is er naast de taakomschrijving ook een functieomschrijving gemaakt, voorzien van competenties waarover je beschikken moet, wil je de functie naar behoren kunnen uitvoeren. Deze lijst van competenties is weer gekoppeld aan de functiewaarderingssystematiek, zodat ook binnen onze stichting er een formeel functiehuis ontstaan gaat met alle mogelijkheden (bijvoorbeeld beloning en demotie) van dien.
Het verhaal van mijn baas over mijn functioneren ging over allerlei zaken. Als eerste kwamen mijn “menskenmerken” aan de orde, mijn stijl van communiceren, interacteren met de omgeving en mijn rol in ons directeurenoverleg. Kortom: hoe profileer ik mij binnen de stichting. Vervolgens kwamen personeelsmanagement, resultaatgerichtheid, ondernemend leiderschap, situationeel coachen, kennis en expertise en noem maar op aan mij voorbij. Alles voorzien van een uitgebreide schriftelijke en mondelinge toelichting. Op álle vlakken van leiderschap en management ben ik als het ware tegen het licht gehouden en is de scan gemaakt. Want dat is het eigenlijk, een scan, een foto van het moment waarbij je terugblikt op geweest is, niet op wat nu is, laat staan op wat komen gaat.
En dat laatste gegeven vond ik best lastig.
In de dynamiek van de onderwijswereld, waarin ambitie steeds minder een nare bijsmaak begint te krijgen, is het zoeken naar de juiste toon en ritme. Ik zie dat dagelijks om me heen, leerkrachten en schoolleiders die letterlijk en figuurlijk aan het zoeken zijn naar een nieuwe identiteit in een nieuwe omgeving. Die op zoek zijn naar nieuwe waarden misschien wel, om de zingeving van hun werk te kunnen ondersteunen, want het verandert allemaal zo snel. Wat wordt er nu precies verwacht, wie moeten we waar op aanspreken, welke verantwoordelijkheden kan ik tegenkomen en hoe doe ik dat allemaal. Vragen die je op dit moment op élk niveau in de onderwijsorganisatie tegen zult komen.
Ik vind dat niet zo verwonderlijk, immers de hele samenleving is vól van dynamiek, alles lijkt te moeten veranderen, of zoals ik een Amerikaans politicus hoorde zeggen: “I just lóve change…!”. Zelfs een Zweedse meubelgigant durft het aan om in een reclamespotje de kijker attent te maken op de mogelijkheden van verandering van je interieur door alleen maar goed te kijken. Kijken naar wat je hebt en, doe eens gek, zét het eens op een andere plek!

Mijn beoordelingsgesprek was met een uur afgerond. We kletsten nog wat na, waarbij ik de indruk kreeg dat mijn baas mij gerust probeerde te stellen. Alsof hij een Salomonsoordeel uitgesproken had, waarvan hij vermoedde dat ik daardoor in razernij uit zou barsten. Niets van dat al. Ik begreep hun standpunt maar al te goed, sterker nog, deze feedback kon ik erg goed gebruiken, want de beste beoordelaar over mijn eigen ontwikkeling ben ikzelf altijd nog. Mits je maar in staat bent en blijft om te reflecteren op (effecten van) eigen gedrag. Kijk, je hoort mij niet zeggen dat ik het allemaal al doorheb en in de vingers, of dat ik zo’n geweldige schoolleider ben. Maar ik ken mezelf steeds beter, spreek dat ook uit en het maakt me kwetsbaar. In die kwetsbaarheid zoek ik dan ook vertrouwen, het vertrouwen om aan de slag te kunnen. En dan lukt werkelijk alles.

Wie heeft mijn kaas gepikt , Spencer Johnson (2004)